You are here

Drawing ZSenne and the people around

Working residency with exhibition and installation   15/9 > 28/9/2014
Opening: woensdag/wed/mer  11/9  18.00 > 21.00      Closing zaterdag/sam/sat  27/9  16.00 > 20.00

 Nederlands hier   Français

Vernieuwing in de wijk van het Bloemenhofplein
Sinds 2011 staat het Bloemenhofplein onder een wijkcontract. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft intensief gewerkt aan de revitalisering van dit historisch puzzelstukje in Brussel waar eens de Zenne vloeide. Na een aantal jaren kon men hiervan de vruchten plukken: heringerichte pleintjes, bloemenperkjes, parken, vernieuwde woningen en een nieuwe lik verf op de voorgevels. Deze verpauperde en in verzuim geraakte wijk bloeit nu weer helemaal op met de nieuwe inwoners, de restaurants en gezellige cafeetjes die opduiken, de mode- en kunstgalerijen en pedagogische centra die een jonger publiek lokken. Ook de vroegere inwoners worden betrokken in deze golf van vernieuwing. Vandaag treft men in deze wijk een nieuwe levendigheid, het typisch Brussels gemengd karakter en een brede waaier aan culturele activiteiten.

ZSenne, een culturele ruimte
Deze expositieruimte is gelegen op de hoek van de Anneessensstraat en T’Kintstraat, op wandelafstand van het Bloemenhofplein. Emile Roman, een inwoner van de wijk, ontwierp de galerij in een hoekhuis met een opgeknapt pleintje waar tegenwoordig om de twee weken een tentoonstelling of een voorstelling van uiteenlopend getalenteerde artiesten plaatsvindt. Beeldende kunstenaars, acteurs, filmregisseurs en muzikanten brengen er hun werk. Soms verblijven ze tijdens hun tentoonstelling in de galerij, om zo een gediversifieerd publiek te lokken dat anders misschien nooit overwogen zou hebben deze wijk te bezoeken ... of er zelfs te vertoeven.

Paul De Gobert heeft gekozen voor de thematiek van deze aangename wijk, waar hij werd uitgenodigd, voor zijn tentoonstelling en interventie in de galerij S/Zenne. Hij wil op zijn beurt de droom rond deze wijk aanvullen met nieuwe suggesties, ondertussen terugdenkend aan de toponymie van het poëtische en antieke Bloemenhof, aan de Zenne die nu bedolven ligt in het geheugen maar die ons onderbewustzijn blijft voeden of het magische Klein Eiland en Groot Eiland. Hij streeft er dus naar om, op zijn eigen artistieke wijze, het collectieve voorstellingsvermogen aan te spreken en opnieuw uit te vinden om de legende voort te doen leven. Daarom haalt hij het idee van een paradijselijke tuin te midden van de stad aan, om het nieuwe verlangen naar een harmonieuze samenleving te belichamen. Hij presenteert een florerende wilde tuin die zowel schoonheid als diversiteit met open armen verwelkomt, waar vogels van heinde en verre zich kunnen vestigen. Deze tuin is een lofdicht op de biodiversiteit: van de bijenkorven tot de stadstuinen, moestuinen en de groene daken die nu overal opdagen in de steden. Tijdens zijn verblijf zal Paul De Gobert ook portretten tekenen van de wijkkinderen, de inwoners en voorbijgangers of bezoekers die dit wensen. Hun gezichten zullen zich voegen bij het wonderlijke decor van deze stadstuin. Gedurende zijn 15-daagse verblijf zal Paul De Gobert zo proberen een gezicht te plakken op deze wijk en de ziel ervan te schetsen, opdat het zou aansluiten bij de vernieuwde huizen die nu een opgefrist gelaat vertonen en hoopvol kijken naar de toekomst van dit hoekje van de stad. Daarom zal ook het gebouw van de ZSenne galerij de bezoekers ontvangen met een open dromerige blik.

Een herinnering, het Marollenhuis
Met dit werk knipoogt Paul De Gobert naar zijn jeugdwerken, want na een jarenlang verblijf in Parijs heeft hij zich nu opnieuw gevestigd in Brussel. Wie kent nog het Marollenhuis op de Monserratstraat waarvan hij de voorgevel destijds had versierd? Het stond algauw symbool voor de heropleving van de Marollen, evenals de stedelijke conflicten en de wens om de inwoners te beschermen. Uiteindelijk is dit kunstwerk verdwenen, maar het bleef voortleven in ons geheugen en prijkt sindsdien in tal van boeken over de Brusselse hedendaagse geschiedenis.
Zijn oeuvre is vaak verweven met de stadsgeschiedenis: denk maar aan het gigantische fresco in de metrohalte Vandervelde dat samenviel met de wens om de laatste grote natuurgebieden van de Brusselse agglomeratie te bewaren (o.a. in de Woluwevallei, Kinsendael en het Avijlplateau), om zo trekvogels een nestplaats te geven. Zijn kunst heeft deze eisen vaak vergezeld en ondersteund, waardoor in Brussel groene ruimten werden opgesteld die de levenskwaliteit dienen te verbeteren. Paul De Gobert leverde met een vleugje humor commentaar op de Brusselse werven die de inwoners wegjaagden en haalde het belang van groene ruimten aan in het centrum. Zo denken we terug aan zijn palissade rond een bouwplaats voor het Gemeentekrediet (tegenwoordig Belfius). Dit kunstwerk kan trouwens nog bewonderd worden in Tour & Taxis.
Hiernaast is Paul De Gobert ook schilder en aquarellist, landschapschilder van wilde tuinen en een onvermoeibare portretschilder van appelen in alle vormen en kleuren. Dit laatste is terug te vinden in 365 appelen, een immens schilderij van meer dan acht meter hoog dat tentoongesteld werd tijdens het festival Couleur Café in Tour & Taxis in juni van dit jaar.
Zijn terugkeer naar Brussel, in de oude gezinswoning dichtbij Kinsendael, stuurt zijn kunst opnieuw in de richting van het engagement en huidige problematieken: ecologie, respect voor biodiversiteit.

FR

Du nouveau dans le quartier de la place du Marché aux Fleurs
Depuis 2011, le quartier de la place du Marché aux Fleurs a fait l'objet d'un contrat de quartier. Des efforts considérables ont été déployés par la Région Bruxelles-Capitale pour revitaliser cette partie du vieux centre historique de Bruxelles, traversée autrefois par la Senne. En quelques années, l'effet s'en est fait sentir: places réaménagées, plantations, petits parcs, logements rénovés, façades repeintes. Ce quartier autrefois délaissé et paupérisé revit, de nouveaux habitant sont venus s'y installer, des bistrots et restaurants y ont ouvert, des galeries d'art ou de mode ainsi que des établissements d'enseignement y attirent un public de jeunes, qui se mêle aux anciens habitants. Une nouvelle animation, une ambiance de mixité bien bruxelloise, des événements culturels variés en font aujourd’hui l'agrément.

ZSenne, un espace culturel
Située à l'angle de la rue Anneessens et de la rue T'Kint , à deux pas de la Place du Marché aux Fleurs, cet espace d'exposition a été créé par un habitant du quartier Emile Roman. Il occupe une maison de coin précédée d'une place réaménagée et accueille de quinze en quinze jours des expositions ou spectacles d'artistes aux talents les plus divers. Plasticiens, acteurs, cinéastes, musiciens y montrent leur travail, résidant parfois même dans la galerie durant la période de leur intervention, attirant ainsi un public nombreux  et très varié qui, sans cela, n'aurait peut être jamais songé à fréquenté ce quartier...  ni à venir y habiter.
C'est précisément autour du thème de ce quartier où il fait à nouveau bon de vivre que Paul De Gobert, invité à y séjourner, a décidé de consacrer l'exposition et son intervention à ZSenne. Se souvenant de la toponymie des lieux, du poétique Marché aux Fleurs et de l'antique appellation flamande Bloemenhof , se rappelant la Senne, aujourd'hui enfouie dans les mémoires, mais qui nourrit toujours l'inconscient, se remémorant  la Grande île et la Petite île qui font encore rêver, il voudrait à son tour alimenter par de nouvelles suggestions  le rêve de ce quartier. Il cherchera donc à en recréer et nourrir à sa façon, en artiste, l'imaginaire collectif, et à en alimenter la légende. Il évoquera notamment pour symboliser cette nouvelle volonté de vivre ensemble dans l'harmonie,  l’idée d'un jardin de Paradis en pleine ville: un florissant jardin sauvage, qui accueille la beauté et la diversité des espèces, ainsi que  les oiseaux venus des contrées lointaines. Ce sera une ode à la biodiversité, aux ruches, aux jardins de ville et aux jardins potagers ainsi qu'aux toitures vertes qui refleurissent aujourd'hui dans les villes. Durant tout son séjour, Paul De Gobert fera aussi les portraits des enfants du quartiers,  des habitants, des passants ou des visiteurs qui le souhaiteront , et ceux-ci viendront au fil des jours prendre place et ajouter leurs traits particuliers dans le décor de ce merveilleux jardin de ville. Au cours d'un travail qui durera quinze jours, Paul De Gobert  tentera donc de donner un visage et saisir l'âme de ce quartier dont les maisons à présent rénovées s'offrent elles-mêmes comme des visages rafraîchis,  pleins de candeur et d'espérance dans la destinée future de ce morceau de ville. Et pour accueillir les visiteurs dans la maison qui abrite la galerie Szenne, sa façade ouvrira elle aussi  de grands yeux rêveurs.

Un souvenir, la maison des Marolles
Avec ce travail, Paul De Gobert qui est revenu vivre à Bruxelles après de nombreuses années de vie à Paris, renoue en fait avec ses oeuvres de jeunesse. Qui ne se souvient en effet de la Maison des Marolles, rue Montserrat dont il avait décoré la façade? Devenue très vite le symbole du renouveau des Marolles, des luttes urbaines, de la volonté protéger les habitants de ce quartier, cette oeuvre a finalement disparu, mais elle est restée  dans les mémoires et figure dans les livres d'histoire contemporaine de Bruxelles.
L'oeuvre de Paul De Gobert s'est souvent inscrite dans l'histoire urbanistique de la ville: ainsi en a-t-il été avec l'immense fresque de la station de métro Vendervelde dont la réalisation coincidait avec la volonté de certains de préserver les derniers grands sites naturels qui subsistaient dans l'agglomération bruxelloise, et qui permettaient aux oiseaux migrateur de nicher (la vallée de la Woluwe, le Kinsendael, le plateau Avijl etc.). Son art  a soutenu et accompagné ces revendications qui ont abouti et créé à Bruxelles les espaces verts qui en font la qualité de vie.  Paul de Gobert a aussi accompagné et commenté avec humour les grands chantiers de Bruxelles qui en chassaient les habitants, et rappelé leur importance dans la vie d'un centre-ville. On se souvient de la palissade qu'il avait créé autour du chantier d'un bâtiment construit pour le Crédit Communal à présent Belfius, oeuvre exposée aujourd'hui en permanence dans une des halles de Tour et Taxi.
Mais Paul De Gobert est aussi peintre et aquarelliste, paysagiste, portraitiste des jardins sauvages, et un portraitiste infatigable des pommes, dont il exposait récemment un portrait record avec ses  365 pommes, immense tableau de plus de huit mètres montré à l'exposition à l'occasion du Festival Couleur Café, tenue à Tour et Taxi en juin dernier.
Son retour à Bruxelles où il habite à présent dans l'ancienne maison familiale, près du Kinsedael, oriente à nouveau son art vers un engagement sous-tendu par les préoccupations actuelles: écologie, respect de la biodiversité, défense d'une la ville basée sur la mixité, le respect de chacun et de la citoyenneté.